Soms kijken en luisteren we naar geschiedenis. En weten we op voorhand, dit is maar het halve verhaal. Later duiken ze op, verhalen die nu nog in de schaduw zitten.
Officiële berichtgeving en ‘oral history’
Het is een fenomeen waar historici mee vertrouwd zijn en al bijna routinematig mee omgaan. Want ‘hoe werkt het’? Eerst wordt voor de geschiedschrijving een beroep gedaan op ‘officiële documenten en nieuwsweergave. Dat geeft uiteraard een goed beeld. Dan groeit de roep om meer en begint de jacht op persoonlijke documenten, brieven, foto’s, video’s. Wanneer die honger onstilbaar blijkt, wordt de deur geopend voor ‘oral history’. Zij die erbij waren worden letterlijk aan het woord gelaten, voor hun kijk op het verhaal.
‘Betwiste’ en ‘onderhandelde’ geschiedenis
Dan wordt direct duidelijk, soms zelfs pijnlijk duidelijk, geschiedenis is altijd de reconstructie van ervaringen. Geschiedenis is altijd ‘contested’, er zijn meerdere versies mogelijk van ogenschijnlijk hetzelfde verhaal. Dan blijkt de historie zelfs een vorm van onderhandeling, welke verhalen komen wel door en welke niet? Het gaat niet alleen om geschiedenis schrijven (‘to write’), maar ook om geschiedenis maken (‘to make’). Er zijn altijd uitgesloten stemmen, met een selecterende rol voor macht of iets minder complot achtig, de heersende mode. Naar sommige aspecten kijken we in eerste instantie simpelweg niet.
Herschrijven van verhalen
Voorheen marginale groepen breken op een gegeven door en beginnen hun geschiedenis op te tekenen en daar mee nogal eens de officiële geschiedschrijving te herschrijven. Dit heeft ook meerdere functies, zoals het ontwikkelen of bevestigen van een eigen identiteit.
Het missen van verhalen heeft niet alleen met macht en emancipatie te maken. Verhalen blijven ook in de schaduw omdat de vertellers simpelweg moeite hebben met vertalen. Wie tekent op een goede manier de verhalen op van mensen met een verstandelijke beperking.
Welke verhalen missen we?
Het loont kortom om op grote momenten meteen te denken, welke verhalen missen we? Om welke reden dan ook. Zo ben ik zelf uiterst geïnteresseerd in de verhalen van jongeren. Van kinderen. Heel vaak domineert, bewust of onbewust het perspectief van de zogeheten volwassenen. Hoe beleven de kids van nu de coronacrisis?
Een verhalenbundel waar ik echt ‘weg’ van ben is de studie van Mary O Sullivan en Macphail, over hoe kinderen sport beleven. Een echte eye opener! Rond sport gaan altijd vaste ‘narratives’ rond, een bepaald type verhalen. Gevoed vooral door een volwassen bril. Het dominante narratief van sport is prestatie. Films, boeken, verslagen, ze leggen sterk het accent op winnen of verliezen, de glorieuze comeback of de onverwachte winst van de underdog. Helemaal niks mis mee, het zijn vaak heerlijke verhalen, en films. Die verhalen hebben weliswaar ook een persoonlijke kant, maar dan toch steeds vanuit het narratief van winnen of verliezen.
In de studie ‘Young People Voices in Physical Education and Youth Sport’ uit 2010 wordt ook gewezen op kwalijke kanten van het te eenzijdige verhaal. Hoe beleven kinderen sport? Dan blijkt het vaker dan verwacht ook te gaan om persoonlijke groep. Of over het positieve of minder fijne manier aangaan van relaties of juist de uitsluiting. Schrijnend wordt het wanneer bijvoorbeeld trainers niets daarvan doelbewust niet willen weten, het zijn verhalen die hen niet boeit.