Categorieën
Projecten

Ervaringskennis, ‘handle with care’

In 2002 schreef Frances Schoonmaker uit Baltimore een fantastisch, scherp boek over het geheim van de goede leraar. ‘Growing Up Teaching. From personal knowledge to professional practice’. Het gaat over leraarschap, maar voor de goede verstaander over veel meer. Over de constante ´struggle´ van professionals met de verschillende soorten kennis die hij of zij krijgt aangereikt. Waarbij ik nu vooral even kijk naar het geworstel met ervaringskennis.

De auteur stelt dat elke leraar (lees: elke professional) wordt overstelpt met een enorme hoeveelheid van ‘shoulds’. Wie een bepaald vak goed wil uitoefenen MOET .. en dan volgt er een hele rij. De vraag is vervolgens waar al deze ‘shoulds’ vandaan komen. Het antwoord daarop is in de kern simpel. Ze komen enerzijds uit de theorie en anderzijds uit de praktijk. Elke professional, ook de leraren, volgen een professionele scholing waarin zij een hoop vak wijsheid te verstouwen krijgen. In de optimale situatie bestaat een goede balans tussen theorie en praktijk.

De afkeer van theorie

Maar dan begint het gedonder. In culturele zin bestaat een lichte tot zware afkeer van ‘boekenwijsheid’. De beste leraar bijvoorbeeld is selfmade. Dat is een echt praktijkmens, die het klappen van de zweep leert door meters te maken. Verscholen in deze culturele opvatting zit ook het nog het idee dat theorie boring is. Niemand gaat zijn werk beter doen dan door te luisteren naar ‘studeerkamergeleerden’, een term met een voor velen negatieve associatie. Het nettoresultaat is ‘de leraar leert niet’.

Als ik dit even doortrek, met een grote sprong, ‘veel professionals leren niet genoeg’. En laten zich zelfs voorstaan op het feit dat ze niet echt meer studeren, ‘questioning the formal knowledge’ als vorm van professionele stoerdoenerij.  

Is praktijkkennis niet belangrijk? Telt ervaring niet? Het antwoord is – uiteraard – ontkennend. Benefit from experience! Waarbij onderscheid te maken tussen ervaring die de professional zelf opdoet en de verhalen en inzichten van ervaringsdeskundigen, als twee te onderscheiden vormen van ervaringskennis.

Problemen met praktijkkennis 

Frances Schoonmaker noemt een aantal tekorten en problemen van praktijkkennis.

1 Veel praktijkkennis is volgens niet gericht op optimaal leren voor ‘studenten’, maar op orde houden. Vergelijk het met publieke professionals die praktijkkennis gebruiken om te overleven in het professionele systeem en het tevreden houden van hun superieuren en opdrachtgevers. Wellicht valt er inhoudelijk veel meer te bereiken, door studie en wetenschappelijke reflectie. Anders gezegd, veel praktijkkennis is gericht op ‘overleven’ in plaats van op ‘echt leveren’.

2 Een tweede probleem met praktijkkennis is de manier waarop ze ontstaan. Veel leraren baseren hun visie op het vak op grond van jeugdige ervaringen. Bijvoorbeeld. Ze merkten ooit dat ze blij werden van iets leren. En houden daar de levenslange opvatting aan over dat leren een blije activiteit moet zijn. Nu is dat zeker geen gek verhaal, maar het gaat hier om het subjectieve karakter en de culturele context. Veel professionals zijn zich niet eens bewust hoe persoonlijk gekleurd hun professionele opvattingen zijn, hoe toevallig ze zijn ontstaan. De hardnekkige jeugdervaring kleurt een leven lang hun doen en denken. We zitten als professionals vol met ‘preconceptions’ en ‘implicit theories’.

3 Een derde bezwaar raakt het ophemelen van praktijkkennis. Professionals zijn slim genoeg om in te zien dat het vaak beter kan en moet en dat theorie hen daarvoor genoeg aanreikt. Maar dan beginnen de rationalisaties. Het is te abstract. Het zou wellicht kunnen, maar niet op mijn werkplek. Enzovoort enzovoort.

4 Een vierde probleem met praktijkkennis is het verschil tussen positieve en negatieve ervaringen. Sommigen mensen onthouden alleen het positieve en vergeten het negatieve. Bij anderen geldt juist het omgekeerde, de blik is zwartgallig en alleen wat slecht ging wordt onthouden. De ene leraar onthoudt vooral dat moment wanneer die ‘klein’ werd gehouden, de ander herinnert vooral de momenten van groei. Ervaringskennis is vaak niet zo evenwichtig.

Reconstructie en deconstructie

Schoonmaker haalt de boeiende opvatting van Dewey aan over leren. Educatie is ‘a continuous reconstruction of experience!’ Ervaring is geweldig, ervaringsverhalen zijn heerlijk en zijn als het goed is de basis voor een constante interpretatie en uitwisseling. Soms is daarbij deconstructie van praktijkkennis noodzakelijk en onvermijdelijk, ‘het verhaal zit toch echt anders in elkaar’. Tijd om afscheid te nemen van het (eigen) praktijkverhaal.

Dat maakt voor mij ook zo belangrijk om professionals bij elkaar te brengen in een diverse professionele community. Waar zowel de hooggeleerde als de ervaringsdeskundige tegelijk op een voetstuk aan! Theorie is verrijkend, niets is zo praktisch als een goede theorie! En zonder voldoende personal knowledge komen professionals ook niet ver, of halen ze niet uit wat er allemaal in het vak zit.