DICHTERBIJ ARMOEDE KOMEN

Versie 1: dit is een stuk in aanbouw. Via interviews en kleine evenementen wordt dit uitgebouwd en gepresenteerd als preventieplan tijdens het Saenbility congres in juli 2021.

Naar een Preventieplan voor Armoede

1 PREVENTIE ALS UITDAGING
De armoede-marathon is een van de manieren om het armoedevraagstuk dichterbij te brengen. In de voorbereiding en tijdens de uitzending kwamen professionals en ervaringsdeskundigen in beeld die dagelijks met dit complexe onderwerp aan de slag zijn. In deze rapportage bouwen we voort op hun visies en ervaringen.

‘Dichterbij’ is de rode draad voor dit preventieplan. Preventie zelf is een beetje een afstandelijk woord. De verhouding tot preventie als leidraad is bij veel professionals ambivalent. Dat preventie belangrijk of zelfs cruciaal is wordt breed erkend. Toch is de praktijk weerbarstig. Hoe meet je precies het succes van preventie? Als preventie de norm wordt voor actie, wat moet je dan precies doen of laten?

In dit preventieplan (in wording) proberen we die valkuil te vermijden, door het zo dicht en concrete mogelijk bij het werk van (uitvoerende) professionals te brengen.


Verder lezen & kijken:
XXX

2 ARMOEDE ALS ERVARING DICHTERBIJ BRENGEN

Armoede veroorzaakt schaamte.


Armoede is voor veel professionals iets wat redelijk ver weg is. Zeker wanneer zij geen themaspecialist zijn, maar bijvoorbeeld werkzaam zijn als leraar, huisarts of woonconsulent, of als beleidsadviseur op heel andere domeinen van het openbaar bestuur. Hun werk kan direct of indirect invloed hebben op het armoedevraagstuk, in positieve of negatieve zin.

Het is een opmerking die in de voorbereiding nogal eens werd gemaakt, en ook te lezen in praktijkverhalen over armoede: ‘Begin eerst met armoede echt begrijpen’. Preventie begint met armoede dichterbij brengen voor een breed publiek. Met permanente aandacht voor het verhaal van armoede. Met daarbij uitdrukkelijk een positieve insteek. Zie ook over hoeveel veerkracht mensen beschikken om uit een situatie van armoede te komen, ook al duurt het soms jarenlang. We noemen enkele inzichten uit de armoede-marathon (de lijst is verre van compleet).

1 Armoede zorgt voor ‘kleine’ en ‘grote’ uitsluiting, van niet meekunnen doen aan de gymles op school, niet kunnen trakteren op school bij een verjaardag tot vereenzaming en groot isolement.

2 Armoede veroorzaakt schaamte. Het is voor velen nog een taboe, wat zorgt dat mensen geen hulp durven vragen of over hun problemen willen praten.

3 Armoede zorgt voor een negatief zelfbeeld. Mensen in armoede praten liever over tijdelijk geldtekort, waardoor hun gevoel van eigenwaarde overeind blijft.

4 Armoede gaat soms generaties door. Het raakt familieleden, en wordt ook doorgegeven aan kinderen.


Preventie betekent allereerst voortdurend actief zijn om het verhaal van armoede ‘te laden’, met verhalen, feiten, inzichten en debat. Niet eenmalig, met een succesvol evenement, maar over een langere periode. Voor een breed publiek van professionals, met ruimte aandacht voor nieuwe methodieken en succesverhalen. Manieren om armoede als verhaal ‘dichterbij’ te brengen:

A Regelmatig de praktijkavonturen volgen, in woord en beeld, van hulpverleners uit de eerste lijn. Energie stoppen om die ‘verhalen’ te maken en actief te publiceren.
B Met hulp van ‘curatoren’ dat actief en snel nieuwe inzichten uit theorie en praktijk, uit Zaanstad en elders, gedeeld worden en toegankelijk zijn. Deskundigen moeten niet op hun kennis zitten.
C Een voortdurende reeks van kleine en leerzame ‘educatieve’ momenten, bijvoorbeeld onder de vlag van Wind in de Zeilen als lerend netwerk.

Verder lezen & kijken:
XXX

3 HULPVERLENINGEN EN VOORZIENINGEN OOK ‘DICHTERBIJ’ BRENGEN
Het was een belangrijke rode draad uit de armoedemarathon. Mensen doen er te lang over om in een situatie van ernstige armoede. Daardoor stapelen problemen zich op. Op het moment dat wel contact wordt gezocht en om hulp wordt gevraagd, is de schade al zo groot dat het jaren kost om weer in een positieve leefsituatie te komen. Het woord dat tijdens de marathon vaak viel was ‘vertrouwen’.

De voorzieningen zijn er al, misschien zelfs in overvloed, maar de benutting verdient extra aandacht. Het ‘waarom’ daarvan is ingewikkeld, wel bood de marathon daarvoor enkele aanwijzingen.

1 De schaamte maakt dat je ‘niet je hart uitstort’ bij onbekenden, maar wel bij vertrouwenspersonen uit de eigen buurt zoals bekende buurtbewoners of misschien een huisarts.
2 Aanmelden voor hulp betekent dat je ‘door de molen moet’. Alles moet op tafel, om voor hulp in aanmerking te komen, ook bij bijvoorbeeld de voedselbank. Daar heeft niet iedereen zin en trek in.
3 Aanmelden voor hulp tast het zelfbeeld in negatieve zin in. Het vermindert eigenwaarde.
Preventie betekent nog meer werk maken van de inzet van echte vertrouwenspersonen, en investeren in vertrouwen als voorwaarde voor succes. Dit is helaas weinig concreet, maar wel zijn er leerzame en positieve ontwikkeling die allemaal wijzen op ‘een kanteling’ in de wijze waarin hulp- en dienstverlening nu is georganiseerd. Vanuit het principe ‘als zij niet komen naar ons, komen wij naar hen’.

A Experimenten en procedurewijziging om niet helemaal ‘door de molen’ te hoeven bij hulpvragen.
B Betere aansluiting en aanwezig zijn bij ‘gezellige en positieve’ buurtactiviteiten zoals de buurtmaaltijd, een speelgoedbank en andere activiteiten.
C Experimenten starten met laagdrempelige buurtgerichte ‘trainingen’
D Veel intensievere samenwerking met religieuze groepen waar bewoners veel vertrouwen in hebben.
E Veel intensievere samenwerking met ondernemers, niet in de rol van technisch expert, maar als het gaat om verantwoordelijkheid voor werknemers.
F Verder gaan met experimenten à la Open de Voordeur bij huiselijk geweld die – heel spannend – ook gaan over de eigen houding van professionals als hulpverlener. Saenbility en het pleidooi voor gelijkwaardigheid past ook in die trend. Creëren we – onbedoeld want iedereen werkt vanuit betrokkenheid – zelf ook afstand?

Verder lezen & kijken:
XXX

4 SPECIALISTEN EN UITVOERING DICHTERBIJ BRENGEN
Het is een ‘ontboezeming’ die met regelmaat gemaakt werd. En die gaat over afstand tussen de professionals onderling. Het gaat zowel over de samenhang op wijkniveau als de afstand tussen gemeentehuis en wijkspecialisten. De kern van de opmerking was steeds: ‘ik sta er iets te ver van af’.


En dan ging het om werkzaamheden als individuele schuldhulptrajecten, het maken van een wijkplan of de praktische samenwerking met sociale wijkteams. Dit vraagt om nader onderzoek, is geen ‘beschuldiging’ maar is wel een signaal dat serieus genomen moet worden. Werken de gekozen ‘structuren’ zoals ze bedoeld zijn om te werken.


Op de achtergrond spelen steeds twee zaken een rol. De eerste is de factor tijd. Uitvoerders hebben een zo groot takenpakket dat dit ten koste gaat van de tijd voor leren, reflectie en samenwerking. Daarnaast speelt – helaas – ook enig wantrouwen een rol. Openheid en open deur wordt afgeremd wanneer het kan leiden tot extra opdrachten of negatieve evaluaties. Een anonieme verzuchting was veelzeggend: ‘Ik wil graag opereren als partner, maar wordt gezien als opdrachtgever’.


Makkelijke oplossingen zijn er niet, maar de armoede-marathon en het voorwerk boden wel een aantal oplossingsrichtingen:

A Specialisten werken letterlijk weer in en bij de werkteams, voor een deel van hun werktijd
B Onder de vlag van Wind in de Zeilen worden educatieve en lerende activiteiten opgezet, met gasten
C In elke wijk wordt een wijkberaad Preventie en Armoede opgezet. Ook in wijken waar armoede een minder groot vraagstuk qua omvang.
D De specialisten op het gemeentehuis bezinnen zich op hun taakverdeling. Niet iedereen zelf contacten met de uitvoering opzoeken en onderhouden, maar op dit onderdeel nog meer als team opereren
E Meeloopacties met opdracht bij elkaar, via een ‘spelvorm’ via Wind in de Zeilen.

Verder lezen & kijken:
XXX

5 ARMOEDE ALS ISSUE DICHTERBIJ ANDERE THEMA’S BRENGEN
Het was een van de fijne en positieve momenten van de armoede-marathon. Zien en begrijpen hoe effectief het is om van armoede facetbeleid te maken, dat als belangrijk issue wordt ingebracht en inspiratie biedt voor diverse deelthema’s.

A De verbinding met gezondheid. Koploper was de verbinding met de gezondheid, met name de beweging, ook op wijkniveau, voor gezond opgroeien. Gezondheid en armoede gaan in theorie samen, dat is bekend, maar de praktijk is weerbarstig. De armoedespecialisten hebben een belangrijk taak om de gezondheidsspecialisten op allerlei manieren aan te jagen en verleiden om armoede een integraal onderdeel van hun eigen werk te maken. Van huisarts tot wijkverpleegkundige. Het ontbreekt tot nu een aan concreet actieplan, in het kader van de preventiestrategie moet dit met voorrang ontwikkeld worden.
B De verbinding met kunst en cultuur. Hoopvol is ook de beweging van de cultuursector en hun bijdrage om op systematische wijze werk te maken van sociale vraagstukken als armoede en eenzaamheid. Dat gebeurt nu wel, maar nog ad hoc. Hier is een visie en methodische aanpak nodig.
C De verbinding met huiselijk geweld. Armoede en huiselijk geweld gaan helaas nauw samen. Positief is dat huiselijk geweld en armoede ook in beleidsmatige zin en in projecten samen optrekken. Door het delen van netwerk en maar ook qua kennis en methodiek.

Er zijn nog meer velden te noemen als laaggeletterdheid of eenzaamheid. De kern voor de preventiestrategie is armoede is facetbeleid. Specifieke kennis over armoede verdient als ambassadeur steeds actief rond te zingen op de andere ‘dossiers’. Dit vraagt om zowel een andere rolopvattingen of zelfs de noodzaak nieuwe functies te creëren, zoals een armoede-ambassadeur en tegelijk veel specifieke studie op de inhoud van de kennistransfer. Met als kernvraag: wat hebben de andere specialisten nodig om zelf ook actief met armoede aan de te slag te gaan.

6 DICHTERBIJ VIA ERVARINGSDESKUNDIGEN
Het gebeurt al meer en meer. Ervaringsdeskundigen die aan de slag gaan met armoede. Mensen en verhalen verzamelen om daarvan te leren en onderling kracht uit te putten. Het is bewezen effectief maar staat helaas nog steeds in de kinderschoenen. De armoede marathon roept een aantal nieuwe vragen:

A In hoeverre is het werken met ervaringsverhalen voldoende ‘ingebakken’ bij de hulpverlenende instanties. Zijn daar nieuwe prikkels nodig?
B Is de vorm waarin nu met lotgenotengroepen wordt gewerkt niet wat te zwaar en ‘ouderwets’. Wat zijn de mogelijkheden om dit op een lichtere wijze aan te pakken?
C Zijn er modellen die relatief makkelijk kunnen worden ingevoerd om een doorstart te maken met het werk van ervaringsdeskundigen. Erg inspirerend is het voorbeeld van de Quiet Community met ‘de quiet members’. Het is hoog tijd die aanpak ook in Zaanstad te volgen.

Verder lezen & kijken:
XXX

Wind in de Zeilen, maart 2021